1 N 4 Een Schoenlapper met sijn Wijf
Als de vrouw van de schoenlapper weigert water voor hem te halen waar hij schoenzolen in weken kan, ontstaat er een vechtpartij waarin de vrouw het onderspit delft. Zij wil met haar gevaerken naar de prochiaen om zich te beklagen. Ondertussen leent hij cappe en capproen van de pastoor en als zij tenslotte, zonder haar vriendin gevonden te hebben, op het kerkhof aankomt, loopt haar man daar al druk te brevieren. Ze krijgt met haar klachten nul op 't rekest, ze kan de prochiaen niets op de mouw spelden en moet deemoedig beterschap beloven. Gloeiend van wraakzucht komt ze weer thuis en weigert opnieuw water te halen, haar man tot het uiterste tartend. Als de schoenlapper er tenslotte op los slaat, blijkt zij deze keer de sterkste te zijn: hij komt onder te liggen en moet beloven zich voortaan als een lam te zullen gedragen.