1 N 3 Metken Bouwens en Slimmen Diel
Metken en haar vrijer Diel zijn blijkbaar gasten op de bruiloft. Ze beginnen het spel met roddelpraat over de pastoor en zijn meid en hoe zij hem heeft afgetuigd en gaan zich dan gulzig te buiten aan wat er op tafel staat, waarbij overigens openhartige critiek op het gebodene niet verzwegen wordt. Dan voegt Lange Lauw zich erbij, het gesprek gaat
over het waken van de bruid dat Lange Lauw net achter de rug heeft, over de vrijerij van Diel en Metken en teleurstellende belevenissen van Lauw op dat gebied. Metken en Diel bieden tegen elkaar op in een opsomming van familieleden (met allerlei belachelijke achternamen) en in deze trant gaat het door tot het slot; als ze opstappen blijkt dat Metken haast teveel gegeten en gedronken heeft om nog te kunnen lopen, er moet een wagen aan te pas komen om haar af te voeren.