fol. 38(bis)r. | Item hier begint een prologe vant || spel van de Lazarus ende Rijcke || Wreck (volgt tekst). |
fol. 38(bis)v. | finis vande prologe is lanck 51 regulen || volcht het spel in folij 39. |
fol. 39r. | Item hier begint een spel van sinne || vanden Rijcken Wrecke ende van Lazarus || De personages sijn dese (volgt lijst) (volgt tekst). |
fol. 46v. | (einde van de tekst, het slot van het spel ontbreekt; expl. Sal hij eeuwich voortaen met mij verblijden claer). |
fol. 47r. | (blanco). |
| personen: Begeerlijkheijt; Lieft; dEenvoudige Mensch; Lazarus; Patiencie; Barmherticheijt; Rijckeman; Wellust des Vleijsch; Hoveerdich Gemoet; Gerson; Hooftmeester; Begeerlijckheijt der Oogen; Abraham. |
| inhoud: 6b De Vooys blz. 191 e.v. |