fol. 65v. | Item hier begint een spreeckende || prologe van het spel genaempt || d'evangelische maeltijt dwelck || volgen sal. (volgt de tekst van de proloog). |
fol. 66v. | finis van de prologe volcht het spel || Item hier begint of volcht het spel || genaempt / devangelische maeltijt || volgen de namen der personages || (volgt lijst) || volcht spel. |
fol. 67r. | (begin van de tekst van het spel). |
fol. 85v. | Fijnis is lang in dicht (volgt een optelling van het aantal regels van spel en proloog resp. 1464 en 80) facit lang 1544 regulen || Ende is gespeelt tot Haerlem den 24en Junij anno 1592 / || op S. Jans dach bij de broeders van Trou Moet Blijcken || G T B ||. |
| N.B. Op fol. 82v. is een libelle ingeplakt met een liedje van 5 strofen, ondertekend ‘Wie heeft sijnen wil al’. |
| personen: Een IJegelijck; Goetheijt Goods; tWoort Goods; Begeerte van Hoocheijt; Vleijschelijcke Wellust; Aertsche Mensch; Onbekende; Wellustige (Vleijschelijcke) Mensch; Behoeftige; Crepel; Blinde; Een sonder bruijlofts cleet; Lamme; Oprecht Beduijtsel. |
| inhoud: 6b De Vooys blz. 168 e.v. |