fol. 8r. | Item. hier begint een prologe van een || spel van sinnen van een coninck genaemt || Proetus Abantus dwelck volcht reen (volgt de tekst van de proloog). |
fol. 9r. | fijnis (onleesbare krabbel) 96. |
fol. 9v. | Een prolooch speelwijs van 4 personages || op de materie dienende opt spel van sinnen || vande coninck Proetus Abantus || de personages sijn dese (volgt lijst) (volgt tekst). |
fol. 11v. | finis. lanck 160 regulen || Item hier begint het spel van sinnen van || een coninck genaempt Proetus Abantus || de parsonages sijn dese (volgt lijst) Int overblat begint het spel / fol. 12. / || ende is gespeelt tot Haerlem van de broeders van || Trou Moet Blijcken / den 12en februijarij / anno / 1589. |
fol. 12r. | (begin van het spel). |
fol. 23v. | fijnis tspel is lanck / 848 regulen. |
fol. 24r. | (in de marge van de tekst): De conclusie || vant voor || gaend spel (volgt de tekst). |
fol. 24v. | fijnis (volgt een optelling van het aantal regels van sprekende en spelende proloog en spel) lanck tsaemmen 1145 regulen || G T B. |
| personen: Werreltsche Mensch pc; Veelderleij Sonden p; Goet Onderwijs pc; Proetus Abantus; Hertelijck Medelijden; Punitie nae Recht; Juno; Maera; Eruale; Lijsippe; Melampus; Natuerelycke Wijsheyt. |
| inhoud: 6b De Vooys blz. 163 e.v. |