Verzamelde werken. Deel 4. Cultuurgeschiedenis 2
(1949)–Johan Huizinga– Auteursrecht onbekend[Boekbespreking van hetzelfde werk (in ‘Museum’) en van Bernard Faÿ's ‘Bibliographie critique des ouvrages français relatifs aux États-Unis 1770-1800’]Ga naar voetnoot*B. Faÿ, L'esprit révolutionnaire en France et aux Etats-Unis à la fin du XVIIIe siècle. Champion, Paris 1925.
| |
[pagina 368]
| |
schiedenis van een allermerkwaardigst geestelijk proces en zijn invloed op den loop der wereldhistorie. Het Frankrijk der 18e eeuw schept zich een beeld van Amerika, wil in dat beeld zijn eigen ideaal verwezenlijkt zien, handelt ook naar die conceptie. Het werkelijke Amerika ondervindt de gevolgen dier Fransche sympathie in zijn staatkundig lotgeval en in zijn eigen geestesontwikkeling; dan geeft het op zijn beurt voedsel aan de naderende revolutie in Frankrijk zelf; of liever de idee Amerika geeft die impulsen. De schrijver vertoont ons dat alles in de veelheid der feiten zelf: er is geen bladzijde in het boek, waarin hij bespiegelt of theoretiseert. Men meene niet, dat hij een eenzijdige ideeënleer aanhangt en de oogen sluit voor de economische drijfveeren. ‘Le monde de l'esprit n'est pas à ce point autonome que l'on puisse échanger des idées et des sentiments quand on n'a en commun ni commerce, ni navigation, ni intérêts’ (p. 296). ‘On avait beau apporter à l'étude des problèmes généraux l'idéalisme le plus noble, les questions matérielles étaient toujours résolues selon la loi du moindre effort et du moindre sacrifice’ (p. 203). Maar hij ziet achter alles steeds den geestelijken grond, die alleen vorm geeft aan het gebeuren. De uitdrukkingswijze is helder, bondig, levendig, dikwijls geestig. Het oordeel is onvooringenomen en zuiver; het is mij niet gelukt, te bespeuren, welke de politieke inzichten van den schrijver in het heden zijn, en wanneer men over de Revolutie spreekt, en tusschen Madelin en Mathiez in staat, zegt dat wel iets. De noten zijn vereenigd achter elk hoofdstuk; ‘sommaires’ daarboven verhoogen de overzichtelijkheid. In de beschouwing over Jefferson en den invloed der Fransche ideeën op diens geest schijnt mij het echt Amerikaansche element van Jefferson's wezen ietwat onderschat. Van de twee pamfletten op p. 9 van de Bibliographie als onvindbaar vermeld, is het eerste te vinden bij Knuttel, no. 19123, terwijl met L'état de la question sur la présente dispute avec les colonies Knuttel no. 19119 bedoeld zou kunnen zijn. Moet op p. 298, vgl. de noot op p. 328, als jaar van het versje: Rendez-nous le nom de tous les saints,
Au coin de chaque rue,
Des Rousseau, des Buffon, des Franklin,
Brisez-nous la statue,
niet ‘an VIII’ voor ‘an III’ gelezen worden? | |
[pagina 369]
| |
Op p. 67 staat ‘Roi de Bavière’ (1777) in plaats van ‘Electeur’. Wij zullen het maar als compliment opvatten, dat, evenals onlangs Christiaan Huygens bij de Fransche wetenschap werd ingelijfd door de schrijvers van deel XIV van Hanotaux's Histoire de la Nation française, Grotius volgens den heer Faÿ ‘exprime dans une certaine mesure la culture française’. In de Bibliographie mist men noode een index. Ik herhaal: de heer Faÿ geeft ons de Fransche wetenschap op haar best. |
|