gekozen. Bij de werken, die meer dan één druk hebben beleefd, is de tekst van den laatsten druk gevolgd, terwijl van de voorberichten bij de boeken slechts die, welke bij den eersten druk behoorden, zijn opgenomen. Dat bij de Nederlandsche werken de door Huizinga gebezigde spelling-De Vries en Te Winkel is behouden, was alleen al uit overwegingen van piëteit geboden.
Een derde groote vraag betrof de volgorde der werken. Een zuiver chronologische, naar het tijdstip van hun ontstaan, is overwogen en verworpen. Zij zou, vooral voor de latere jaren, door de heterogeniteit in de opvolging slechts een verwarrende onsamenhangendheid hebben opgeleverd. Het eenige voordeel aan deze methode verbonden, namelijk dat zij een overzicht geeft van den groei van Huizinga's oeuvre, was ook op andere wijze te bereiken. De chronologisch geordende bibliographie in het registerdeel zal zulk een overzicht mogelijk maken.
Wij besloten dus tot een systematische indeeling. Deze leverde echter bij een zoo veelzijdige werkzaamheid als die van Huizinga nog menig probleem op. Een streng logisch systeem, stel al dat het geheel door te voeren ware, was niet op te bouwen zonder al te veel geweld te doen aan de chronologie van het ontstaan der werken, die als het kon toch ook niet geheel uit het oog mocht worden verloren. Men zou dan hebben moeten beginnen met de meer theoretische werken, die meestal juist uit Huizinga's lateren tijd dateeren. Daarom zijn de groepen, die zich bij de ordening van Huizinga's werk als vanzelf voordeden, in een volgorde gerangschikt, die ook eenigszins rekening houdt met den tijd van ontstaan. Binnen de groepen is dan dikwijls weer een compromis gesloten tusschen de eischen der systematiek en die van de tijdsvolgorde der behandelde onderwerpen. In de groep Nederlandsche Geschiedenis bijvoorbeeld plaatsten wij wat Huizinga over locale en regionale geschiedenis schreef naar de onderwerpen bijeen. Zoodra echter niet meer de locale, doch de algemeen-Nederlandsche geschiedenis aan de orde kwam, leek een rangschikking die de chronologie der onderwerpen volgde de beste.
Compromissen moesten soms ook gesloten worden tusschen de eischen der systematiek en die, welke de indeeling der groepen over de deelen stelde. Een deel moest liefst één of meer afgesloten groepen bevatten en de omvang der deelen mocht niet te zeer uiteenloopen. Het resultaat waartoe wij gekomen zijn is misschien niet in alle op-