Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De geest van tegenspraak (1968)

Informatie terzijde

Titelpagina van De geest van tegenspraak
Afbeelding van De geest van tegenspraakToon afbeelding van titelpagina van De geest van tegenspraak

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.53 MB)

Scans (20.31 MB)

XML (0.40 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De geest van tegenspraak

(1968)–G.H.M. van Huet–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 191]
[p. 191]

De eenvoud van de stijl

Er is vrijwel geen uitspraak ter wereld, geen waarheid, geen wijsheid, of je kunt met evenveel vrucht het tegendeel ervan beweren. ‘Eenvoud wordt het laatst geleerd,’ heeft mij altijd een juiste regel toegeschenen; maar toch zou ik niet graag willen volhouden, dat het omgekeerde - namelijk dat je met het eenvoudigste moet beginnen, om pas later het meesterschap inzake het ingewikkelde en samengestelde te bereiken - daarom nu ook onwaar zou moeten zijn. Zo kunnen wij dus beide laten gelden: de eenvoud aan het einde, als teken van perfectie, en de eenvoud aan de aanvang, als behorend bij het pogen - én als bewijs van goede wil. Aan ons te bepalen op welk soort eenvoud wij het accent willen leggen. Elke tijd doet dit weer anders. En meestal gaat hiermee de depreciatie van de ‘andere’ eenvoud gepaard, die nu eens stunteligheid of ongearticuleerdheid moet heten, en dan weer koelheid, gladheid of ‘sophistication’. Al te natuurlijk, zegt de een, en doelt hiermee op de ruwheid van het eerstafgeleverde produkt. Veel te sober en streng, zegt de ander, en heeft hierbij de kwaliteit van het zogenaamde ‘topstuk’ op het oog. Over en weer beschimpt men elkaar als vorm- of als sentimentzoeker, als puritein of als barbaar, als hardnekkig klassiek of als ongeneeslijk romantisch.

In onze tijd nu wordt het woord ‘eenvoud’ echter in beide betekenissen geapprecieerd. Het bezit geen tegenstanders. Zoals de hoofdredacteur van The Times Literary Supplement eens bij gelegenheid schreef, gaat eenvoud niet zomaar voor een eigenschap of hoedanigheid door, maar voor een gunstige eigenschap, een deugd. De schrijver, die zich uiteraard slechts met de werking van het woord in literair verband bezighoudt, schrijft deze hebbelijkheid toe aan de misvatting als zouden eenvoud en oprechtheid synoniem zijn. Oprechtheid op het lagere plan ligt voor de hand: de beginneling kent nog geen raffinement en zal zich dus ongekunsteld, dat is eenvoudig, plegen uit te drukken. Maar de meester die de techniek beheerst en bij wijze van spreken de tijd

[pagina 192]
[p. 192]

heeft om aan andere dingen dan vormproblemen te denken, ook hij zal iets eenvoudigs tot stand weten te brengen, maar nu niet uit een tekort, maar uit een surplus: zijn gevoelens zijn zó diep, dat de naaktste uitwendige middelen al voldoende zijn om hetgeen in hem omgaat op anderen over te dragen. Maar, zegt de schrijver van het Supplement, wiens uiteenzetting ik zeer in het kort parafraseer, deze opvatting is onjuist. Eenvoud is een volkomen neutrale term, waarmee men zowel een slecht als een goed kunstwerk kan omschrijven. Het is, in de betekenis waarin het gewoonlijk gebezigd wordt, niets meer of minder dan een gevaarlijk woord.

Nu kan men het in zoverre met de hoofdartikelschrijver eens zijn, dat een literair werkstuk soms heel geslaagd mag heten, zonder dat men het nu ook eenvoudig behoeft te achten. Een toneelstuk van Giraudoux bij voorbeeld is niet eenvoudig; een roman van Faulkner evenmin; en als wij aan de stijl van Thomas Mann denken, kunnen wij bij de lof die algemeen op de eenvoud wordt gezongen, moeilijk anders dan glimlachen. Al deze schrijvers zijn ingewikkeld of overdadig, of ook wel alle twee, en niettemin durven wij hen, ieder in zijn soort, voortreffelijk noemen. Maar bekijken wij de werken die deze mensen hebben voortgebracht, nu eens als uitingen van individualiteiten, dan blijkt ons, dat hun voortreffelijkheid voor een groot deel hierop berust, dat de woorden waaruit zij bestaan, overeenkomen met bepaalde gedachten, en deze gedachten weer met een bepaalde waarheid, en deze waarheid weer met een bepaalde persoon. Wij kunnen hier van ‘stijl’ spreken, maar ook van ‘eenvoud’. De gedachten mogen dan soms niet eenvoudig zijn, de woorden zoals zij op papier staan mogen spitsvondig, duister en hoogmoedig aandoen, maar de verbinding ertussen, die over een brein, een temperament, een persoonlijkheid loopt, is één en ongedeeld, is adequaat, is een-voudig. Zolang iemand spreekt om iets te zeggen, en niet alleen maar om te spreken, en hij slaagt erin dit te zeggen, heeft hij stijl. En wie stijl heeft, is eenvoudig. ‘Op alle trappen der verstandelijke werkzaamheden,’ heeft Ernest Hello eens geschreven, ‘heerst de wet van de eenvoud, d.i. van de economie.’

[pagina 193]
[p. 193]

Om u een voorbeeld te geven van een ingewikkelde gedachte, die op ingewikkelde wijze onder woorden is gebracht - welk resultaat echter hoogst eenvoudig wordt, zodra men zich de moeite geeft haar als de ontlading van een persoonlijkheid, dat is als een stijl, te zien - schrijf ik het volgende gedicht van de Amerikaanse dichter e.e. cummings voor u over. Waarbij de toelichting, dat het schroot van de oude bovengrondse spoorweg (de ‘El’) over de Newyorkse Sixth Avenue, dat aan de Japanners verkocht was, door dezen tot granaten werd verwerkt, waarschijnlijk niet geheel overbodig is:

 
plato told
 
 
 
him: he couldn't
 
believe it (jesus
 
 
 
told him; he
 
wouldn't believe
 
it) lao
 
 
 
tsze
 
certainly told
 
him, and general
 
(yes
 
 
 
mam)
 
sherman;
 
and even
 
(believe it
 
or
 
 
 
not) you
 
told him: i told
 
him; we told him
 
(he didn't believe it, no
 
 
 
sir) it took
[pagina 194]
[p. 194]
 
a nipponized bit of
 
the old sixth
 
 
 
avenue
 
el; in the top of his head; to tell
 
 
 
him

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken