niek, regelde een koperen dwarsstaafje volgorde en tempo. Het was als een regulerende menselijke vinger, de hand van een politieagent bij een tourniquet. De afstand tussen zo'n werktuiglijk draaiend apparaat - waarbij je je ter completering de man die het bediende, op zijn hurken ernaast en met een boterham in de hand, zou kunnen voorstellen - en de door zijn bezigheid geabsorbeerde en alles in het rond vergetende kunstenaar is onmetelijk. En toch horen zij allebei eigenlijk thuis in sprookjes.
Want het sprookje, dat aan onze heimelijke wensen tegemoet komt, vindt de prachtigste oplossingen om ons de aanwending van energie te besparen. Wij rijden op fantasiepaarden, vliegen in koffers en op de tapijten door de lucht, zijn in een oogwenk de zee overgestoken, bouwen in een vloek en een zucht, zonder plannen, materialen of werktuigen, een schitterend paleis. Dit is nog eens iets anders dan het gezwoeg en getob uit de werkelijkheid - neem bij voorbeeld maar de schrijver achter zijn tafel! Maar de aardigheid wil, dat ook deze laatste het voorwerp van onze wensdroom is geworden. Het verhaal van de man die zózeer in zijn werk opgaat, dat hij zijn eten kan vergeten, is wis en degelijk een sprookje - een sprookje waarin wij zelf zouden willen leven, een sprookje om jaloers op te zijn. Het mooiste is, dat beide sprookjes hooglijk actueel zijn. Want de techniek, die, in de woorden van Ortega y Gasset ‘een besparing van de inspanning is, welke de natuur de mens oplegt,’ doet niet anders dan ons werk afnemen en er ons vrije tijd voor in de plaats geven. En van de andere kant: als wij in onze kamer zitten en ons het paradijs voorstellen, is het dan Luilekkerland, dat voor ons oprijst? Het is er verre van. Integendeel, wij dromen dan van een bezigheid, een bezigzijn, een soortgelijke verslondenheid als die waarvan Jean Paul blijk gaf: eten en drinken zouden wij ervoor willen vergeten. Jakob Hegner, de uitgever en meesterdrukker die vorige herfst is overleden, placht te zeggen, dat er, naar hij hoopte, in de hemel een hoekje zou zijn, waar hij verder de hele eeuwigheid door zou kunnen zetten en drukken. En André Maurois heeft eens bekend, dat hij zich het ideale geluk voorstelde als een heerlijke