neer zij hun bestemming bereikten, de conducteur toevallig elders in de wagen stond? Die nooit bij het invullen van hun belastingbiljet bepaalde inkomsten die de fortuin met de mantel der liefde had bedekt, met dankbare consequentie voor de inspectie hebben verzwegen? Het argument in al deze gevallen is vrijwel steeds hetzelfde: het gaat om zulke kleine bedragen, eerlijk willen zijn is hier nauwelijks de moeite waard. En alleen een muggezifter zal zoiets kwalijk willen nemen.
Het zou interessant zijn, eens een lijst op te stellen van alle ontvreemdingen die men zich permitteren kan, zonder dat men in zijn binnenste ‘ik ben een dief’ behoeft te zeggen. Die lijst is wellicht groter dan men in den regel belieft aan te nemen. Lucifers bij voorbeeld tellen natuurlijk niet mee, noch potloden, noch stufjes, noch papier om op te schrijven. Eigenlijk telt niets wat van papier gemaakt is mee, want als er één categorie voorwerpen bestaat, waarvan men aanneemt, dat zij algemeen eigendom zijn en dus aan hem toevallen die er de hand op weet te leggen, dan zijn het wel boeken. Boeken vormen in de wereld der bezittingen een soort van wild; wil men ze in de sfeer van het menselijke benoemen, dan zijn het vogelvrijverklaarden. Pogingen om hier toch nog een zeker eigendomsrecht te doen gelden, door een naam op het schutblad te schrijven of er een ex-libris op te plakken, zijn eigenlijk lachwekkend; zij zijn sowieso tot mislukken gedoemd. Het enige wat men doen kan, is althans weigeren eraan mee te werken, dat het wild zijn schuilplaats verlaat, om te voorkomen dat het dan ook niet meer terugkomt. Met andere woorden men kan er een beginsel van maken, zijn eigen boeken nooit uit te lenen, op straffe van de roep van gierigaard.
Maar het werkelijk vreemde in zo'n geval van eigendomsbescherming is het gevoel bij de bezitter, dat niet de ander - die, naar hij kan aannemen, een aanslag op zijn eigendom in de zin heeft - schuldig is, maar juist hijzelf. Boeken zijn niet alleen materiële, maar ook geestelijke waar en het is het kenmerk van de geest, dat hij vrij is en voor iedereen beschikbaar. De beste dingen in het leven, zo leert een oud adagium,