Z.
[Zang in Jazz]
Zang in Jazz. De ‘vocale Jazz’ wordt geregeerd door de algemeene wetten der Jazzmuziek, Improvisatie (zie ‘Jazz’), ‘Swing’*, enz. In het bijzonder zijn hier de beginselen der Intonaties* in Jazzmuziek van groote beteekenis; zij onderscheiden de gezongen Jazz wel zeer sterk van de classieke zangkunst, wier criteria hier dan ook niet van toepassing zijn. Gezien het parallellisme met de instrumentale Jazzmuziek is de Jazz-zang, naar B. Schrijver opmerkt, ‘sterk onafhankelijk van den tekst, die soms door beteekenislooze klanken vervangen wordt’, d.w.z. klanken, die geen woorden vormen, soms reeksen van aaneengeregen lettergrepen (‘scat’-zang), soms medeklinkerlooze klanken, of nasale timbres. Men zie voorts ‘Jungle-stijl’. Maar ook wanneer hij zich aan den tekst houdt, veroorlooft de ‘vocalist’ zich tal van geïmproviseerde vrijheden, zoowel t.o.v. de voordracht der woorden zelf, als t.o.v. rhythme, melodie, enz. De vocale Jazz mag in geen geval worden verward met het ge-‘croon’ (refrein-zang), zooals men dit in de populaire schlager- en dansmuziek aantreft, en dat in den regel weinig of niets met de werkelijke Jazzmuziek heeft uit te staan. Tot de belangrijkste Jazz-vocalisten behooren: Armstrong*, de grootste van allen, voorts o.a. de neger-zangeres Bessie Smith en, van de blanken, Mildred Bailey, Jack Teagarden en Red Mc Kenzie. Men dient vooral ook hier goed rekening te houden met het onder ‘Intonaties* in Jazz’ en ‘Junglestijl*’ opgemerkte m.b.t. de functie der klank-timbres in Jazzmuziek.
P.