[Sonate-vorm]
Sonate-vorm. Hoewel de kiemen van dezen vorm reeds eerder ontstonden, is dit architectonisch schema eerst door Haydn en zijn voorloopers geheel ontwikkeld. In de periode 1750-1900 werd deze constructie zoo veelvuldig gebruikt, dat men zelfs van hoofdvorm sprak. Het beknopte schema van den sonatenvorm is: expositie, bestaande uit eerste of hoofdthema in den hoofdtoonaard, overgang naar den dominant; tweede of zangthema in den dominant, afsluiting; doorwerking, vrije fantasie over het thematisch materiaal der expositie, waarbij ook naar andere toonaarden gemoduleerd wordt; reprise of herhaling van de expositie, nu echter beide thema's in den hoofdtoonaard. Is een stuk in sonatevorm in mineur, dan staat meestal het tweede thema in den parallel* toonaard. Het schema kan uitgebreid worden door een langzame inleiding of introductie en een aanhangsel of coda*. De sonate-vorm werd in de genoemde periode meestal gebruikt voor het eerste, soms ook voor het laatste deel van sonate, symphonie, trio, kwartet, enz.; soms ook