sonate met begeleiding van continuo. Bach schreef zelfs sonaten voor soloviool en voor cello alleen.
In de tweede helft van de achttiende eeuw (Haydn, Mozart) begon de bloeitijd van de sonate voor klavier alleen, die in de negentiende eeuw door Beethoven haar hoogtepunt zou bereiken. Het standaard-type van deze sonate was: een meer of minder snel deel in sonate-vorm*, een langzaam deel, Andante of Adagio; een Menuet* of een Scherzo*; een finale, vaak een Rondo*, soms ook in andere vormen. Beethoven maakte de klavierbegeleidingen van vioolsonate en cellosonate zoo belangrijk, dat men van duosonate kan spreken.