[Ouverture]
Ouverture. In den regel verstaat men eronder de instrumentale inleiding van een opera; deze is voortgekomen uit de korte trompetfanfaren, waarmee de eerste muziekdrama's ingeleid werden. De oudste ouverture is de Sinfonia, die Monteverdi's ‘L'in coronazione’opent,een kleine Suite*. Lully* schiep de Fransche ouverture; deze bestond uit een pathetische, langzame inleiding, een Allegro in fugatischen stijl en een verkorte herhaling of aanduiding van het langzame begin. Alessandro Scarlatti (zie opera) is de vader van de Italiaansche ouverture; een niet fugatisch, vrij Allegro wordt in het midden onderbroken door een langzame episode. In de 19e eeuw legde men thematisch verband tusschen de ouverture en de belangrijkste episoden uit de opera zelf; de Leonore-ouverturen van Beethoven* vertegenwoordigen het duidelijkst deze phase in de geschiedenis. De tweede Leonore-ouverture geeft een instrumentaal résumé van de handeling der opera. De potpourri-ouverture berust op melodieën uit de opera, in een los verband, b.v. die voor ‘Martha’ van Flotow en de meeste operette-ouverturen. Wagner begon met ouverturen, die een korte samenvatting gaven van het drama. Van