[Oratorium]
Oratorium. De naam (van oratorio, bidzaal) wijst reeds op een andere afkomst, dan de kerkelijke Mis en Passie of de opera. De geboorte van het oratorium dateert men in 1551, toen de Romeinsche priester Filippo Neri als antireformatorische actie in de bidzaal van een klooster stichtelijke bijeenkomsten hield, waarin de muziek een belangrijk aandeel had: zelfs Palestrina* werkte hieraan mee. De ontwikkeling van het oratorium liep sedert het begin van de 17e eeuw evenwijdig aan die van de opera: Händel* en diens onmiddellijke voorgangers gebruikten bijvoorbeeld veel de da capo aria*. Vooral door Händel's ‘The Messiah’*, Haydn* en Mendelssohn* kreeg het oratorium een eigen stijl. In ‘Les Béatitudes’ van Franck merkt men dit, daar sommige episoden uit het geheel vallen door den trant van de Fransche Grand-Opéra. De meeste oratoria behandelen bijbelsche onderwerpen; wereldlijke oratoria, als ‘Die Jahreszeiten’ van Haydn, zijn in de minderheid. Het lijkt wel, of het oratorium in de 18e en 19e eeuw