Faun-Prelude) treft men daar sporen van. Debussy heeft hem verdedigd: voor Massenet was de muziek niet de ‘universeele stem’, die Bach en Beethoven hoorden, maar ‘een bekoorlijke specialiteit’. Van zijn vele opera's is ‘Manon’ (1884) het minst verbleekt; voortreffelijk is daaruit de ‘droomaria’ ‘En fermant les yeux’ (H.M.V. DB 2093). Voorts: ‘Hérodiade’ (1881), ‘Werther’ (1892; naar Goethe) en ‘Thaïs’ (1894; naar Anatole France).