[Bekkens]
Bekkens, gebogen metalen schijven met vlakke randen, in het midden concaaf, waar een leeren riempje bevestigd is. Men kan de bekkens langs en tegen elkaarslaan. Ook wordt wel op een vrijhangend bekken met de trommelstokken geslagen of geroffeld; crescendo imiteert dit onweer, pianissimo liet Wagner zoo het Rheingold klinken. Iedereen kent ze, uit militaire marschen. De bekkens doen mee in het mariniersmuziekje uit de finale van Beethoven's negende en in het sprookje ‘Von der Jugend’ uit Mahler's ‘Das Lied von der Erde’. Zij hebben sacrale beteekenis in het Vorspiel ‘Lohengrin’.