Milenus clachte(1578)–Johan Baptista Houwaert– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 120] [p. 120] [Onder die coustuymen van die Romeynen] Onder die coustuymen van die Romeynen, Waren dese vijue seer wel onderhouwen; Die d'ondersaten niet en moesten vercleynen, En dat niet sonder goede reden in trouwen: Want daer een Prince zijn rijck en landouwen In ruste en vrede wilt regeren, Daer moet hy alle mannen en vrouwen Die goede coustuymen doen obedieren. Ten iersten en werdt daer niet toeghelaten, Dat die Priesters mochten oneerlijck leuen: Want die Goden vergrammen op d'ondersaten, Als die Priesters hun ter oncuyscheyt begheuen. Men verdroech oock niet dat die maeghden Vestale Van iemant mochten worden gheuioleert: Want t'es wel reden, dat die soo liberale Reynicheyt ghelouen, blijuen onghemolesteert. Men stelde gheen Rechters die onrechtveyrdich = waren, Om dat t'ghemeyn goet niet en soude verslint = zijn: Maer godlijcke Rechters die eerweyrdich = waren, Om dat zy te beter souden bemint = zijn. [pagina 121] [p. 121] Men liet niet toe, dat die Capiteynen Bloode in t'vechten, en stout in t'ghebien = waren. En zy werden ghehouwen voor vileynen, Die lest inden strijdt, en ierst in t'vlien = waren. Om dat die meesters niemant en souwen hinderen, Plochten zy, die vitieus waren, te versteken. Want die een meester zijn wilt van kinderen, En hoort gheen disscijpel te zijne van ghebreken. FINIS. Vorige Volgende