Verzen voor de Leidse loterij en de rederijkerswedstrijd van 1596
(1994)–Jan van Hout– Auteursrechtelijk beschermdBesluitDe spot met dominee Gallus brengt ons terug naar het begin van deze inleiding. Het Leidse rederijkersfeest had bijgedragen aan het succes van de Leidse loterij. De rederijkers hadden daarmee bewezen een nuttige rol te kunnen vervullen in de stedelijke samenleving, wat de predikanten ook aan bezwaren mochten inbrengen. Jan van Hout kon tevreden zijn. Het was voor een aanzienlijk deel zijn verdienste, als organisator en als dichter, dat rederijkerswedstrijd en loterij een succes werden. De rederijkerswedstrijd trok volgens Orlers meer mensen dan er ooit tevoren in de stad waren geweest. Ga naar eind94 Bor stelt, dat de massale toeloop `den armen niet weynich profijten en heeft innegebrocht’. Ga naar eind95 Berekeningen bevestigen dat: de totale winst van de loterij bedroeg zo'n 65.000 gulden. Ga naar eind96 De literaire waarde van de hier uitgegeven gedichten is misschien niet overweldigend, het is typisch gelegenheidswerk. Daartegenover staat, dat ze wel duidelijk laten zien hoe de literatuur een eigen rol kon vervullen als reclame- en propagandamateriaal. Het lange jurygedicht geeft bovendien inzicht in de vorm die de beoordeling van rederijkerswerk kon aannemen. Bij mijn weten is het gedicht van Jan van Hout zeldzaam, zo niet enig in zijn soort. De verstechniek in het Maetclinckent-gedichte dient nog nader onderzocht te worden, om duidelijkheid te krijgen omtrent de status van dit werk. Wat de uitkomst van dat onderzoek ook moge zijn, vast staat dat de gedichten voor loterij en rederijkerswedstrijd een vruchtbare bron zijn voor de kennis van het Leidse literaire leven in het laatste kwart van de zestiende eeuw. |