raakt maakt de schaduw grooter; zy volgt u na, maar wat hinder doet zy u? Even zoo weinig kan de nyd u hinder doen, zoo gy u haarer niet bekreunt; want zoo zal zy niet u, maar zich zelve van spyt vermageren, gelyk wy in de voorgaande Zinnebeelden op meer dan eene plaats getoont hebben.
Ryzen met de avondschemeringe van uw levenstyt donkere wolken van tegenheden, en stormen van verdrukkingen, gy hebt tydts genoegh gehad om stantvastigheit geleert te hebben, en hoe men zig even als een Eyk in de aerde, in de Deugt moet wortelen, die door geenerhande tegenheden te verzetten, te quetzen, veel min geheel te verpletten is, want zy is in haren aart aart den Palestynsen Palm gelyk, en groeit tegen allerlei verdrukkingen op.
Eyndelyk is uw gemoed bezet met vreeze des Doodts, denk dat dit de stempel is die u op het voorhooft gedrukt is, toen gy ter werrelt quaamt: en dat
Al wat geboren is eens moet het leven derven.
De troon verschoont geen Vorst van 't onvermydbaar sterven.
Gy hebt uit de zelfskennis geleert de broosheit van der menschen lichamen. Duizenden van menschen zyn op die wyze voor u henen gegaan uit deze werrelt, waar aan gy u hebt konnen spiegelen, en spiegelende dit voorbeelt aan u bevestigen, dat de dood een noodwendig gevolg van 's menschen leven is; en by gevolge is
het ydel dat de veege mensch
Zyn sterfuur inroept door wanhoopige gebeden.
Socrates werdt van zyne vrienden geraden 't gevaar dat hem dreigde t'ontvlugten, maar hy wees dien raad van de hand, vragende al lachende, of zy