den, om gerust adem te scheppen en zyn Konst te oeffenen. Gelyk hy zig dan te scheep naar Hamburg begaf, alwaar J. Voorhout (om dezelve reden, enden schrik van het dreygende gevaar te ontwyken met zyn Vrouw zig aldaar by zyne vrienden begeven had) hem ook heeft gekent: daar hy wel buiten gevaar van der soldaten moetwil, maar niet buiten 't bereik van de schicht des doods was; want zyn nootlot daar zyn Kerkhof bestelt had.
Onze Dalens bleef in Amsterdam, en toen de Fransen die in haast, en als met eenen sprong, in deze Landen gekomen waren, ook in allen haast daar weêr uittogen, was hem gereet aan de hand, meê van den vetten room dien de Vrede aanbragt te deelen; want ik heb uit bevindinge aangewezen in de bovenste levensbeschryvingen, hoe de gene die toen maar het minste maken konde met het penceel, gelegentheid had om geit te konnen verdienen. Te meer wyl 'er zig in dien tyd vele, ziende de donkere oorlogswolk aandryven, zig van kant gemaakt hadden. Maar 't ging met hem als het spreekwoort zeit: