naar een schildery van Tintoret, Bassan, Karats, P. Veronees, Rubbens, van Dyk en zoo voort: waarom de zelve ook by de konstminnaars in groote waarde gehouden worden. Om welke verwonderlyke wyze van teekenen, wy zyn naam niet alleen, maar ook zyn beeltenis (gevolgt naar de afschildering van Jan de Baan, in de Plaat H 19.) onder de Konstschilders van zynen tyd geplaatst hebben.
Hy heeft ook byzonder grooten dienst aan de Leerlingen van de Konst gestaan, door zyn fraaije Etskonst, waar door hy de schilderjeugt met de hand als by trappen opleid tot de Hoogeschool der Teekenkonst, haar voorstellende de waardigste en berugtste voorwerpen van de Konst die Rome bezat.
't Is te beklagen, dat zulk een yvervier naa het verloop van 40 jaren wierd uitgeblust. Want hy is gestorven in 't jaar 1686.