In 't duister graf gedompelt:
Daar 't vleesch vergaat tot stof.
Van 't geen hy heeft bedreven,
Ten spyt der Afgunst leven.
Welke woorden overeenkomen met de uitdrukking, welke de Ridder A. vander Werf, tot geruststelling van den Heere Richart ter Bruggen, in een brief aan hem uit Rotterdam den 18 van Grasmaand 1707, geschreven dus laat invloeijen: Brave Schilders hebben dit tot hun voordeel dat hunne werken de geheele Werelt doorwandelen, en derhalven altyd voor hun spreken &c.
Eindelyk werd gemelde Richart zyn Zoon in den jare 1707 van wil, om met eenige van zyns Vaders Konstwerken, (op het voorbeeld van den Athenienser Konstschilder Nicias) desselfs geboorte Stad Deventer een geschenk te doen, het welke ook geschied is, gelyk my gebleken is uit een gedrukt Extract, uit het Boek van de Resolutien der Stad Deventer den 5 van Oegstmaand 1707.
Nu verschynd de Konstschiider PIETER BRONKHORST, geboren te Delf den 16 van Bloeimaand, 1588. Hoe verschillig de driften der menschen zyn, en hoe onderscheiden in verkiezingen blykt, als men ziet dat de een dit, en een ander weder dat deel van de Konst tot zyne bespiegelinge en bewerkinge uitkiest. Bronkhorst verkoos niet het ligtste, maar wel het zwaarste en werkelykste in de Konst, namelyk gezigten van Tempels en Kerken, gestoffeert met historien; egter heeft hy het met veel roem uitgevoert; als inzonderheid aan twee bekende stukken te zien is; waar van het eene geplaatst is in de Vier-