Losse bladen uit het zondenregister van ondeugende kinderen
(1859)– Hopmanius– Auteursrechtvrij
[pagina 12]
| |
[pagina 14]
| |
Op eens komt Ernst, en welk een' schand.
Hij trekt figuurtjes op den wand;
Die deugniet, met zijn gekke kuren,
Besmeert gestadig al de muren.
Maar ziet! de schilder komt geloopen,
En doet hem 't grapje duur bekoopen,
Hij pakt den jongen bij zijn kop,
En knijpt zijn oor, en slaat er op.
| |
[pagina 15]
| |
Hoe Ernst ook schreeuwt, hij houdt hem vast,
En neemt zijn groote schilderkwast,
En doopt hem in zijn' pot met groen,
En smeert den knaap van haar tot schoen.
Zijn heele aangezigt was groen,
Zijn buisje en zijn broek was groen,
En wie of ook den jongen zag,
Begon te schateren van lach. -
|
|