Een liefde(1941)–Ed. Hoornik– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 13] [p. 13] VII WAT kan niet allemaal met haar gebeuren, En wat kan ìk doen, dat het niet gebeurt? Soms, lijkt het, word ik uit elkaar gescheurd, Soms zit het thuis gehouden kind te treuren. En meer dan vroeger kan ik nu bespeuren, Dat ik den dood streel met mijn eigen hand. Nooit ben ik zóó door droefheid overmand Dan als de liefste in den hof gaat neuren. Vorige Volgende