Een liefde(1941)–Ed. Hoornik– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 12] [p. 12] VI NU zijn wij weder tot elkaar gekomen En wederom heb ik je liefgehad, En al wat in mijn wezen ligt vervat Aan pijn en vreugden heb je aangenomen. Eén oogenblik dacht ik: het is volkomen; Maar toen je insliep dacht ik: 't is volbracht. Ik kuste je voorzichtig goedennacht; Koud maanlicht glansde op de naakte boomen. Vorige Volgende