Geld verdienen zal ik er nooit aan. Briefwisseling Ed. Hoornik en A.A.M. Stols, 1938-1954

[p. 327]

287 Uitgeverij A.A.M. Stols (A. Bornkamp) aan Ed. Hoornik, 15 december 1945

15 December 1945

Waarde Heer Hoornik,

Inderdaad is er een fout gemaakt. Onze nieuwe boekhoudster heeft zich vergist en door afwezigheid van Sander en ziekte van mijzelf is deze fout niet opgemerkt.⁹⁷⁹ Zij zal alsnog hersteld worden. Tweespalt zullen we zoo spoedig mogelijk herdrukken, volgende week gaat het naar de drukker.⁹⁸⁰

Als voorschot op dit en bovenstaande fout hebben wij ƒ500 voor U beschikbaar. Helaas uitsluitend per giro of bank, U weet wij zitten zelf erg vast.

Excuseer de kortheid van dit schrijven maar Sander staat op het punt naar Londen te gaan en het is hier razend druk.⁹⁸¹

Hoogachtend,

Uitgeverij A.A.M. Stols

[A. Bornkamp]⁹⁸²

Bericht U ons nog hoe [+u] het geld wilt hebben overgemaakt.

979 Waarschijnlijk doelde Bornkamp op Hermien Stuurman (geb. 1925), die in september 1945 bij Stols in dienst was getreden.

980 De herdruk van Tweespalt zou in mei 1946 bij Drukkerij v/h Mouton & Co te 's-Gravenhage worden gedrukt, maar pas in december 1946 verschijnen.

981 Blijkens een bericht in Vrij Nederland van 14 december 1945 ging Stols samen met A.A. Balkema naar Engeland in verband met de voorbereidingen voor een Engelse afdeling van zijn uitgeverij. Tweeëneenhalf jaar later (vanaf juni 1948) zou Bruno Cassirer Ltd. te Oxford (31 Portland Road) op Stols' briefpapier worden vermeld als één van zijn kantoren in het buitenland. (Zie ook ‘Stols blijft Stols, denk daarom’, p. 128 en p. 387.)

982 Arie Bornkamp (1917-1997) was door de Bibliografie van de werken van A. Roland Holst, die hij had samengesteld en in 1942 clandestien in eigen beheer had uitgegeven, met Stols in contact gekomen. Op 1 mei 1944 volgde hij Huib van Krimpen als algemeen assistent op en hij werd na de oorlog productiechef van de uitgeverij. ‘Hij had een beter commercieel inzicht dan Stols, toonde gevoel voor typografie en bezat voldoende literaire kennis om zich als een vis in het water van het Stols-fonds te voelen’ (C. van Dijk, Alexander A.M. Stols 1900-1973, p. 244).