Geld verdienen zal ik er nooit aan. Briefwisseling Ed. Hoornik en A.A.M. Stols, 1938-1954

[p. 291]

254 Ed. Hoornik aan A.A.M. Stols, 14 maart 1942

[Amsterdam] 14-III-'42

Beste Sander,

Hartelijk dank voor je brief. ‘De Wandelaar’ heb ik nog steeds niet ontvangen; misschien wil je nog eens informeeren, of je opdracht herhalen. Ik vind de verkoopcijfers wat mijn werk betreft, niet zoo slecht; ik houd daarbij rekening met het feit, dat voor het groote publiek mijn houding, gezien mijn positie aan het ‘Hbl.’ soms niet duidelijk is. De zonderlingste geruchten duiken soms op.

Nu een paar opmerkingen, wat betreft de honorarium-berekening. Als honorarium voor ‘Twee Lentes’ bereken je thans ƒ0.19, terwijl je volgens contract en ook blijkens vroegere afrekeningen ƒO.27⁵ moet rekenen; in je opgave moet dus ƒ94.24 veranderd worden in ƒ136.40.

Bij de overneming van ‘Dichterlijke Diagnose’ schreef je mij, dat wij het honorarium wel nader zouden regelen. Met Van Rossum had ik een contract, waarin bepaald werd, dat ik van ieder exemplaar na de eerste driehonderd, 10% zou krijgen; het is echter nooit zoover gekomen. Ook nu schijnt het zoover niet te komen, omdat de inkoopkosten nog steeds niet zijn gedekt.⁸⁸⁷ Dat is wel triest! Hetzelfde geldt voor ‘Tafelronde’ maar daar kwamen toen die extra-kosten bij.⁸⁸⁸ Over ‘Een Liefde’ hebben we nog geen contract gesloten, maar is 10 cent per verkocht exemplaar niet erg weinig? Ik heb op dit boekje ƒ50.- voorschot gehad - je hield daarbij rekening met de luxe-exemplaren, die, spijts je aankondiging achterin de goedkoope uitgave, nimmer verschenen! - thans zijn er 349 exemplaren verkocht, en sta ik voor dit boekje nog bij je in het Krijt. Als je dit honorarium van 10 cent op 14 of 15 cent brengt, heb ik althans bij 349 verkochte exemplaren het toch niet groote voorschot van ƒ50.- ingeloopen. Rest mij nog je te vragen, of het juist is, dat de Uitg. Mij Contact ƒ5.- honorarium zond voor een gedicht opgenomen in ‘De schoonheid van het land’?

Het ligt in mijn bedoeling je Zondagmorgen 22 Maart in Rijswijk te komen opzoeken. Wellicht ben jij dan gereed met de berekening van het honorarium. We kunnen dan tevens eens praten over de uitgave van den bundel essays ‘Met hart en ziel’ en van de ‘Eerste verzen’. Zouden we er niet mee wachten tot het volgend voorjaar, misschien dat de onweerswolken dan zijn afgetrokken. Ik voel bitter weinig voor een beoordeeling van mijn werk door meneer Mirande of een andere bediende.⁸⁸⁹ Daarom kunnen je misschien ook beter wachten met een herdruk van ‘Steenen’; over al deze zaken kreeg ik gaarne je advies. Ik ben om ongeveer 11½ uur bij je; schikt je dat?

Met hartelijke groeten

Je Eddie

887 Bij Bigot & Van Rossum was in 1937 Hoorniks Dichterlijke diagnose, verschenen. Toen Hoornik al zijn werk bij Stols wilde onderbrengen, konden Van Rossum en Stols het moeilijk eens worden over de overnamekosten van de nog niet verkochte exemplaren van de bundel. Uiteindelijk zou Stols 55 gebonden en 325 plano exemplaren overnemen voor ƒ85,-.(Zie n. 467.)
Over het honorarium dat Hoornik per verkocht exemplaar van Dichterlijke diagnose zou ontvangen, schreef Stols op 6 augustus 1940 (br. 123); ‘[...] daar worden we het wel over eens’. Maar in de correspondentie is hij niet meer op deze kwestie terug gekomen.

888 In mei 1940 was Tafelronde reeds gedrukt, maar kon niet verschijnen omdat bepaalde passages concrete toespelingen op het groeiend fascisme bevatten. Stols stelde toen voor om de pagina's waarin ‘fouten’ stonden te laten overdrukken en deze herdrukken in te plakken op de plaatsen van de ontoelaatbare pagina's, Zo kon de gehele oplage, hoewel op kostbare wijze, behouden blijven. (Zie br. 114.)

889 De neerlandicus Anthonius Franciscus Mirande (1886-1950) was als censor en adviseur verbonden aan het Bureau Lectoraat van het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten.