Geld verdienen zal ik er nooit aan. Briefwisseling Ed. Hoornik en A.A.M. Stols, 1938-1954

[p. 261]

226 A.A.M. Stols aan Ed. Hoornik, 28 augustus 1941

[Rijswijk, Z.H.] 28-8-'41.

Beste Ed,

Hierbij zend ik je een cheque voor het je toekomende honorarium wegens het overnemen van gedichten in ‘Nieuwe Geluiden’ van Dirk Coster. (Uitgave van Loghum Slaterus).⁸⁰⁶

Inmiddels met hartelijke groeten,

Sander

806 Hoornik ontving mogelijk een cheque groot ƒ12,-; dit bedrag noteerde Stols namelijk op het afschrift van dit briefje. Dirk Coster nam in Nieuwe geluiden drie gedichten van Ed. Hoornik op, die tezamen acht pagina's van de bloemlezing in beslag namen. (Zie n. 713.)
Blijkens een brief van Nico van Suchtelen aan Stols van 9 oktober 1941, vroeg Stols in het algemeen voor bloemlezingen ƒ1,50 per gedicht of ƒ1,50 per pagina, indien het vers meer dan één pagina besloeg. (Zie n. 786.)