Geld verdienen zal ik er nooit aan. Briefwisseling Ed. Hoornik en A.A.M. Stols, 1938-1954

[p. 251]

216 Ed. Hoornik aan A.A.M. Stols, 4 juli 1941

[Amsterdam,] 4-VII [19]41

Beste Sander,

Hierbij de gecorrigeerde proef.⁷⁷⁹ Er zijn weinig correcties, behalve dan die jij aanbracht op blz. 16, en die een tweede revisie noodzakelijk maken. 't Is niet noodig deze naar mij te sturen, daar jouw waakzaam oog wel alle ‘kleinigheidjes’ ontdekt. Misschien wil je de hierbijgaande correcties nog eens controleeren, zoodra ze zijn aangebracht.

Is het niet mogelijk, het motto op blz. 5, dat als het ware het ‘Leitmotiv’ van de cyclus vormt, uit een iets grootere cursieve letter te zetten, liefst uit dezelfde grootte als het gedicht zelf. Of is dit gezichtsbedrog, en denk ik alleen maar dat ze kleiner is.⁷⁸⁰

Het lijkt mij het beste om, zoodra het boekje uit is, even naar Rijswijk te komen, om 25 handteekeningen te zetten. Maar dat zal nog wel even duren.⁷⁸¹

Cordan geeft bij het Tiefland-Verlag, een schepping van den Hongaarschen directeur van Veen's Uitg. Mij⁷⁸² een bloemlezing uit van in het Duitsch vertaalde Ned. gedichten van 1900-1940 met inleiding. Als ik goed ben ingelicht worden het 80 gedichten; hij wilde er, meen ik, een achttal van mij nemen.⁷⁸³ Daarom stuurde ik jou dat briefje.

Met hart. groeten

Je Eddie.

779 Bedoeld is de proef van Een liefde.

780 Stols heeft waarschijnlijk niets aan het motto veranderd. De cursieve letter waarin de tekst is gezet oogt inderdaad kleiner dan de letter van de gedichten, maar beide letters zijn 9 punts groot.

781 Stols had van Een liefde vijfentwintig luxe-exemplaren vervaardigd, die voorzien moesten worden van een handtekening van de dichter. Op 20 september 1941 (br. 230) zou Stols schrijven dat hij de luxe-exemplaren nog niet heeft laten inbinden omdat er nog te weinig intekeningen op zijn. Hoornik kreeg de bundels pas op 2 juli 1942 (br. 260) toegezonden met het verzoek ze te signeren.

782 Hoornik doelde op de Hongaar Kálmán Géza Kollár (?-1946), die gehuwd was met de Nederlandse M.Th. Veen, de directrice van de Amsterdamse uitgeverij L.J. Veen. Kollár leidde Tiefland Verlag en Pantheon Akademische Verlagsanstalt (Amsterdam-Leipzig) allebei gevestigd aan de Leidsegracht 78 in Amsterdam, waar ook L.J. Veen's Uitgevers Mij. was gevestigd op de nummers 76-78.

783 Zie n. 776.