Geld verdienen zal ik er nooit aan. Briefwisseling Ed. Hoornik en A.A.M. Stols, 1938-1954

[p. 212]

178 Ed. Hoornik aan A.A.M. Stols, 18 februari 1941

[Amsterdam,] 18-II [19]41

Beste Sander,

Met griep uit Groningen teruggekeerd, ben ik niet in staat je uitvoerig te schrijven. Ik vond je briefkaart betreffende honorarium luxe-exemplaren ‘De Erfgenaam’. In een van mijn vorige brieven heb ik de betreffende passage uit een brief van jou aan mij (31-7-40), reeds geciteerd, aldus: - ‘Ik zal je 20 % van de netto-prijs der exemplaren zonder bandprijs (12.- - 2.- = 10.-) dus ƒ2.- betalen. Dat kan voor jou ƒ60.- extra beteekenen.’ -

Over ‘Twee Lentes’ hebben we nog geen afspraak gemaakt.⁶⁵⁰ Wat ‘Helikon’ betreft heb ik over Jan. en Febr. reeds honorarium ontvangen.

Verschijnen, nu de Boekenweek doorgaat, de drie deeltjes ‘Helikon’ nog tijdig?⁶⁵¹ Buddingh’ schreef mij gisteren, dat hij nog geen proeven had.

De door boekhandel Van Heteren georganiseerde Criterium-middag is 8 Maart in het American-hotel.

Kreeg je ‘Groot Nederland’ van Februari met bespreking ‘De Erfgenaam’ en de ‘N. Rott. Crt.’ van Zaterdagavond met recensie over Vasalis?⁶⁵²

In het ‘Erratum’ kan ik geen fouten ontdekken; misschien kunnen we beter spreken over ‘Errata’.⁶⁵³

Hartelijks

Je Eddie

N.B. Is herdruk ‘Mattheus’ al verschenen.

650 Hoornik zou op 18 maart voorstellen om voor Twee lentes hetzelfde honorarium te berekenen als voor zijn andere bundels, d.i. per verkocht exemplaar 10% van de verkoopsprijs minus de prijs van de band.

651 De eerste drie deeltjes van de reeks van 1941 zouden na de Boekenweek, in de week van 26 maart verschijnen.

652 In de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 15 februari 1941 werd onder de titel ‘Eerbied voor de gewoonste dingen’ M. Vasalis' bundel Parken en woestijnen besproken door S. Vestdijk.

653 Het erratum betrof waarschijnlijk de inleiding van Twee lentes. Er is namelijk een briefje bewaard gebleven met de titel ‘Erratum’, waarin staat vermeld: ‘De voetnoot op blz. IX van de Inleiding moet worden geplaatst op blz. XI in de eerste zin van Verantwoording, daar, waar het tijdschrift “Werk” wordt genoemd. De eerste voetnoot op blz. VIII moet worden overgebracht naar blz. IX aan het einde van de zin “Wij konden niet anders dichten dan we leefden.” Op blz. VII, derde regel van onderen, staat “harmosche eenheid”; dit moet zijn “harmonische eenheid”.’ (Letterkundig Museum, Den Haag, collectie-Hoornik.)