Geld verdienen zal ik er nooit aan. Briefwisseling Ed. Hoornik en A.A.M. Stols, 1938-1954
(1999)–Ed. Hoornik, A.A.M. Stols– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 204]
| |
170 A.A.M. Stols aan Ed. Hoornik, 31 januari 194131-1-'41
Beste Eddie, Ik zal niet al te sterk reageeren op je brief van 28 Januari. Alleen wil ik nog wel eenig verschil maken tusschen Nationaal Front en de N.S.B.. Denk niet, dat ik aan Popelier recensie-exemplaren gegeven heb. Als hij over je boek geschreven heeft, moet hij dat gedaan hebben nadat hij de boeken gekocht heeft.Ga naar eind630 Evenmin heb ik ooit recensie-exemplaren gestuurd, van welke uitgave ook, aan Volk en Vaderland, De Waag, De Weg, Nationaal Dagblad, Nederlandsch Dagblad of De Nieuwe Gids. Ik ben heelemaal niet gesteld op het oordeel van dergelijke imbecielen. Om dezelfde redenen stuur ik geen recensie-exemplaren naar Wolters of Bruning, al zijn ze dan volgens jouw verhalen nog zulke oprechte en intelligente boekbeoordeelaars. Als zij dit werkelijk zijn, hooren ze bij de N.S.B. niet thuis. Men late in die kringen beoordeelingen aan individuen als Popelier over. Hoewel ik noch voor Gabriël Smit, noch voor Gerard Knuvelder of voor Chris de Graaff, eenige sympathie heb, wil ik ze toch niet op één lijn stellen met Popelier, maar Wolters en Bruning stellen zichzelf op dit plan en laten we dus de zaak verder laten rusten.Ga naar eind631 Tegen dat je zelf N.S.B.er wordt, wil je me zeker wel even waarschuwen! Aan Boucher heb ik opgegeven nog eens te reclameeren over het honorarium betreffende het boekje met de oorlogsgedichten. Wie het boekje typografisch zal verzorgen, weet ik nog niet, doch het zal in ieder geval goed gebeuren. Inmiddels met hartelijke groeten, A.A.M. Stols |
|