Geld verdienen zal ik er nooit aan. Briefwisseling Ed. Hoornik en A.A.M. Stols, 1938-1954
(1999)–Ed. Hoornik, A.A.M. Stols– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 180]
| |
148 Ed. Hoornik aan A.A.M. Stols, 6 november 19406-11-'40 In haast
Beste Sander, De onduidelijke titel van een der gedichten van Vasalis is: Vahine no te tiareGa naar eind559 Wil je dit ook in de inhoudsopgave zetten. Hierbij ook de inleiding van S. Vestdijk bij het gedicht van E. du Perron. In Januari verschijnt dus ‘De grijze dashond’, in Februari Aafjes, dan Buddingh', dan Dendermonde.Ga naar eind560 Ik zal de heeren verwittigen. Hartelijks Je Eddy
N.B. In den bundel ‘Twee lentes’ ontbreekt Anna Blaman, die je, geloof ik, erg na aan het hart ligt. Ik heb nog eens alle gedichten, die ‘Werk’ en ‘Criterium’ van haar publiceerde, doorgenomen, en verzoek je het hierbijgaande gedicht ‘Verduistering’ bij de ‘eenmansgangers’ te voegen!Ga naar eind561 Zooeven was ik bij Vasalis. Het ontbrekende gedicht is nog altijd niet af, het zal nog wel even duren. Zij verzoekt daarom het niet in den bundel op te nemen. Wil je de nummering daarom even wijzigen, en het gedicht (De kleine zeemeermin) in de inhoudsopgave schrappen.Ga naar eind562 Ik sprak zooeven van Vriesland. Hij wil in de Kroniek van Kunst en Kultuur een artikel schrijven over de geheele eerste jaargang van Helikon en een apart essay over Vasalis in ‘Criterium’ of ‘Groot Nederland’.Ga naar eind563 Wil je - zoo je er heil in ziet - hem de bundels zenden? Ik was bij Meulenhoff. Het poëzie-nummer van ‘Cr.’ is je via het Bestelhuis toegezonden. Waarschuw mij even, als het niet mocht komen! Met excuses voor dit rommelige briefje! EdH. |
|