Geld verdienen zal ik er nooit aan. Briefwisseling Ed. Hoornik en A.A.M. Stols, 1938-1954

[p. 177]

145 Ed. Hoornik aan A.A.M. Stols, 29 oktober 1940

I

29-X-'40

Beste Sander,

Dank voor je briefkaart. De omslag van Helikon is dus in orde. Dat laat ik met een gerust hart aan jou over, ook wat de kleur betreft. Ik ben nu een paar nachten bezig geweest met de bloemlezing Werk-Criterium. Zij vertegenwoordigt twee jaren poëzie en het ontstaan en de groei van een nieuwe generatie. Ik wilde haar daarom ‘Twee lentes’ noemen.

Het is mijn plan Maandagmorgen a.s. naar Rijswijk te komen, je deze bloemlezing, en de eerste zes deeltjes van de Helikon-reeks 1941 te brengen. De inleiding tot de bloemlezing volgt begin December. Dit moet een goed stuk worden.

Aafjes reist met mij naar Den Haag. Ik heb vandaag zijn bundel samengesteld en een bloemlezingtje gemaakt uit de critieken, die op ‘het gevecht met de Muze’ en op zijn tijdschrift-publicaties zijn verschenen. Ze gaat hierbij voor een eventueel prospectus. Je zult zien, dat die recensies enorm goed zijn.⁵⁵⁰ Aafjes zit volledig aan den grond; zijn a.s. vrouw moet binnenkort bevallen.⁵⁵¹ Ik heb hem toegezegd, dat hij Maandag a.s. bij inlevering van het manuscript van zijn bundel zijn honorarium (ƒ20.-) krijgt. Wil je dit doen, Sander. Het is geen groot bedrag, maar ook Meulenhoff helpt hem, en dan slaat hij er zich wel doorheen.

Vic.⁵⁵² laat danken voor ‘Tafelronde’. Ik krijg den indruk dat hij niet het belang van een bepaalden uitgever, maar uitsluitend het belang van Vasalis op het oog had, toen hij die honorarium-quaestie te berde bracht. Naar aanleiding van je brief aan mevr. Droogleever-Fortuyn had ik met haar een onderhoud, waarin zij zich accoord verklaarde met een oplage van 300 exemplaren en een honorarium van ƒ30.-. Ik breng de bundel Maandag a.s. mee.

Over de V.D.H. Prijs-1940 laat ik mij niet uit. Je zult wel begrijpen, hoe ik er over denk. Dat volgend jaar een proza-schrijver aan de beurt is, ben ik niet met je eens. Wie? Alleen wanneer er een wijziging in de commissie komt in ‘volkschen’ geest maakt Jan de Hartog met ‘Glorie van Holland’ een kans.⁵⁵³ De gedichten van den jongen Goudriaan zal ik Maandag a.s. gaarne lezen.

Mijn boek bij Veen verschijnt in November.⁵⁵⁴ Ik hoop, dat ‘De Erfgenaam’ dan ook uit is; dan behoef ik mij niet zoo te schamen. Overigens viel het me nogal mee, toen ik de proeven van ‘Joosje’ corrigeerde. Je krijgt natuurlijk een exemplaar.

Mijn vrouw mag reeds een paar uur per dag opstaan; ze gaat dus goed vooruit.

Met hartelijke groeten

Je Eddie

N.B. Ik zie, dat ik die critieken thuis heb laten liggen; die breng ik dus Maandag mee, evenals de bundel van Vasalis, die ik Zondag bij haar ga halen.

550 Voor Het zanduur en de dood is geen afzonderlijk prospectus gemaakt. Lovende recensies van Het gevecht met de muze waren onder meer verschenen in Het Vaderland van 23 april 1940 door Menno ter Braak, in Het Hollandsche Weekblad van 27 april 1940 door S. Vestdijk en in De Nieuwe Eeuw van 18 april 1940 door Jan Engelman.

551 Bertus Aafjes zou op 19 november 1941 trouwen met Dorothea Hubertina Wesseling. Eind 1940 werd hun dochtertje Iris geboren.

552 Victor E. van Vriesland.

553 Hollands Glorie. Roman van de zeesleepvaart van Johannes (Jan) de Hartog (geb. 1914) was begin 1940 bij Uitgevers-Maatschappij Elsevier te Amsterdam was verschenen.

554 Joosje.