Geld verdienen zal ik er nooit aan. Briefwisseling Ed. Hoornik en A.A.M. Stols, 1938-1954

[p. 161]

130 Ed. Hoornik aan A.A.M. Stols, 19 september 1940

19-IX-'40.

Beste Sander

Gaarne zal ik genoegen nemen met tien betalingen à ƒ20.-.⁴⁸⁴ Aan debuteerende auteurs zullen we geen honorarium geven, en deze alleen opnemen als ze van auteursrecht afstand doen. Aan auteurs, die betaald moeten worden zal ik ten hoogste ƒ20.- toezeggen. Hierbij een voorloopige opgave.

Donkersloot is nog niet in de stad; zoodra hij er is, zal ik mij met hem in verbinding stellen. Blijf vooral op je stuk staan wat het vervolg op ‘Nieuwe Geluiden’ betreft; die bundel zal de verkoop van jouw uitgave zeker belemmeren, en de samenstellers moeten welhaast alleen uit in jouw fonds verschenen boeken putten.⁴⁸⁵

Ik heb Lekkerkerker geschreven over portretten van Slauerhoff.⁴⁸⁶ Je kunt je misschien het best ook zelf met hem in verbinding stellen. Zijn adres is: K. Lekkerkerker, John Waterloo Wilsonstr. 74, Brussel IV.

Meulenhoff schreef ik, dat je nog op twee Marsman-nummers recht hebt.

Ik zal nog deze week oude Vrije Bladen-nummers opzoeken.⁴⁸⁷ Wat ik heb zal ik je sturen.

Hoe is het afgeloopen met de overname van ‘Dicht. Diagnose’?

C. Buddingh’, Saksen Weimarstr. 2, Dordrecht, wil in Mork's Magazijn over ‘Tafelronde’ schrijven.⁴⁸⁸ Wil je hem een recensie-exemplaar sturen, evenals aan Werumeus Buning.⁴⁸⁹

Hartelijks

Je Eddie

Helikon 1941.

1.	C. Buddingh: Het geirriteerde lied.
2.	Bertus Aafjes: Nieuwe verzen.
3.	Gabriël Smit: ‘In Morte’
4.	Eddy Evenhuis: Verzen.
5.	Max Dendermonde: Verzen.
6.	G. Achterberg: Verzen
7.	Jac. van Hattum: Verzen
8.	E. du Perron: Nagelaten Gedicht.
9.	In Memoriam (Slauerhoff en Marsman).
10.	De beste verzen uit ‘Werk’ en ‘Criterium’.
11.	Anthonie Donker: Verzen (onder een ander pseudoniem)^490

Afgewezen zijn reeds: Anna Blaman, Leo Boekraad, Theo v. Baaren, Robert Franquinet, L. Th. Lehmann (tenzij hij nog een anderen bundel aanbiedt).⁴⁹¹

Hierboven reeds elf deeltjes.⁴⁹² Zeer provisorisch! Waarschijnlijk komt er nog een bundel van Hendrik de Vries.⁴⁹³ Ik wilde in December 1940 de reeks definitief vaststellen.

484 Hoornik reageerde op een niet-bewaard gebleven brief van Stols met kennelijk een gewijzigd honorariumvoorstel voor de redactie van de Helikon-reeks.

485 N.A. Donkersloot wilde samen met Halbo C. Kool een bloemlezing samenstellen, die een vervolg zou worden op Nieuwe geluiden (1924) van Dirk Coster. Aanvankelijk zou Donkersloot deze bundel in samenwerking met Marsman redigeren. Van veel jongeren van wie Donkersloot en Kool gedichten wilden opnemen, was het eerste werk bij Stols verschenen. De bloemlezing is uiteindelijk nooit gerealiseerd. (Zie ook n. 360.)

486 Het is niet duidelijk om welke reden Stols portretten van J. Slauerhoff nodig had. Stols hoopte het Verzameld werk van Slauerhoff uit te mogen geven; daarnaast was er sprake van de uitgave van de in memoriam-gedichten voor Slauerhoff. (Zie n. 396.)

487 In juni 1940 waren De Vrije Bladen opgehouden te verschijnen. Stols had van de uitgever, H.P. Leopold's Uitgeversmaatschappij in Den Haag, de gehele oplage en de rechten van De Vrije Bladen opgekocht, met de bedoeling De Vrije Bladen voort te zetten. In zijn fondscatalogus van winter 1941 bood Stols complete jaargangen van het tijdschrift aan voor ƒ7,85. Daarnaast waren nog enkele losse afleveringen in de aanbieding, met de mededeling dat alleen de in de catalogus opgenomen nummers verkrijgbaar waren. In 1946 zou Stols jaargang 18 van De Vrije Bladen uitgeven.
Gezien latere opmerkingen in de correspondentie tussen Hoornik en Stols probeerde Stols het tijdschrift zo compleet mogelijk in zijn bezit te krijgen.

488 De bespreking van Cees Buddingh' (1918-1985), een medewerker aan Criterium, getiteld‘Dichtkunst: Ed. Hoornik’, werd gepubliceerd in Mork's Magazijn 43 (1941) januari, p. 26-29. Het artikel handelt niet alleen over Tafelronde, maar behandelt Hoorniks gehele oeuvre.
Over zijn bijdrage in Mork's Magazijn zou Buddingh’ op 4 april 1941 aan Hoornik schrijven: ‘Het was een vreselik zwamstuk, maar het is een blad voor bijna-imbecielen, zodot je wel verplicht bent niets te schrijven dat voor een net-niet-analfabeet bij eerste oogopslag niet duidelijk is. Als ik niet rookte of mijn sigaretten gratis kreeg schreef ik die rotstukken niet’.

489 J.W.F. Werumeus Buning publiceerde onder de titel ‘Werkelijkheid in Poëzie. Een jonge generatie’ in De Telegraaf van 29 september 1940 een vergelijking tussen Tafelronde van Hoornik en Hannibal over den Helicon? van Anthomie Donker.

490 Onder het pseudoniem Aart van Alm zou Anthonie Donker de bundel Marathon in de Helikon-reeks publiceeren.

491 Van L.Th. Lehmann zou in de Helikon-reeks van 1941 de bundel Schrijlings op den horizon verschijnen. Welke bundel hij aanvankelijk had ingeleverd, is niet achterhaald.

492 Zie p. 441-442 voor een overzicht van de bundels die de Helikonreeks van 1941 uiteindelijk zou omvatten. De bundels van Gabriël Smit en Eddy Evenhuis zouden uiteindelijk geen deel uitmaken van de reeks.

493 Van Hendrik de Vries zou geen bundel in de Helikon-reeks worden opgenomen. Stols gaf in 1946 zijn Toovertuin. Romancen, sproken en arabesken als aparte bundel uit; deze bundel bevat gedichten uit de periode 1937-1943.