Geld verdienen zal ik er nooit aan. Briefwisseling Ed. Hoornik en A.A.M. Stols, 1938-1954

[p. 42]

16 Ed. Hoornik aan A.A.M. Stols, 22 december 1938

[Amsterdam,] 22-XII [19]38

Waarde Stols.

De copie voor den nieuwen bundel zal ik morgen naar Vestdijk sturen. Langer dan een week zal hij ze wel niet houden, zoodat ze begin Januari in je bezit kan zijn. Met een herdruk van Mattheus kunnen we inderdaad wachten, zoolang je maar wilt.

De bundel ‘Geboorte’ is bijna uitverkocht; Boucher maakt een herdruk.⁶⁵ Ik hoop hetzelfde voor ‘Steenen’, waarin ik alle goede gedichten, die ik nog heb, wil opnemen. Ik hoop, dat Vestdijk er niet te veel uitgooit. Den Brabander heb ik verwittigd omtrent je plannen betreffende een proza-boekje van Rilke. Hij zal zich wel met je in verbinding stellen.⁶⁶ Van Hattum zal ik polsen. Ik geef je hierbij het adres van Hoekstra, die ik als een der talentvolste jongeren beschouw, en een bundel gereed heeft:

Prinsengracht 186^II, A'dam.⁶⁷

Het adres van Mok, die nauwe relaties met de uitgeverij ‘De Tijdstroom’ onderhoudt, is: Eerste Weteringplantsoen 4, Amsterdam. Het adres van Theo van der Wal, die een roman gereed heeft, is: Achterpad 6 - Oostdorp, Bergen N.H.⁶⁸ Wanneer ik nog iemand ontmoet, van wien ik denk, dat hij iets is, zal ik je schrijven.

Mag ik nu eenige zakelijke vragen stellen? December was een ongehoord dure maand; drie kinderen zijn kostbaar.⁶⁹ Het redacteurschap van ‘Werk’, dat me veel tijd kost levert niets op; het honorarium van de gedichten, die ik nu wel aan dat tijdschrift moet afstaan, is niet noemenswaardig. Voor ‘Drie op één Perron’ ontving ik f 10.-. Zou je mij de f 15.-, waarmee je Den Brabander verheugde, ook aan mij willen zenden.

Voor ‘Steenen’ had ik gaarne een voorschot van f [:2]5.-; de nadere voorwaarden laat ik gaarne aan jou over. Het spijt me je met deze financieele kwestie te moeten lastig vallen; ik zou het niet doen, wanneer het niet noodig was. Mag ik dan per 1 Januari rekenen op f 40.-? Gaarne je spoedig antwoord vernemend

Met hartelijke groeten

Ed Hoornik

65 L.J.C. Boucher had in 1938 Geboorte, een lyrische cyclus en andere gedichten uitgegeven. De tweede druk van deze bundel zou niet bij Boucher verschijnen, maar in augustus 1939 door Stols worden uitgegeven onder de titel Geboorte, gevolgd door Mattheus en andere gedichten.

66 Een brief van Gerard den Brabander aan Stols is niet achterhaald. (Zie n. 61.)

67 Hendricus Gerard Hoekstra (1906-1988) debuteerde in juni 1933 met de bundel Dubbelspoor in De Vrije Bladen; hij publiceerde vervolgens De dorstige dichter (1939) en Het ongerijmde leven (1940). Van 1937 tot 1942 redigeerde hij het informatief literaire maandblad Den Gulden Winckel en van 1940 tot 1942 vormde hij samen met Ed. Hoornik en Cola Debrot de redactie van Criterium.
Van Hoekstra is nooit werk bij Stols verschenen. De bundel waar Hoornik op doelt is De dorstige dichter, die in 1939 door Bigot & Van Rossum in Amsterdam zou worden uitgegeven.

68 Theo Jacob van der Wal (1910-1984) was een psychologie-student die zich specialiseerde in grafologie. Hij schreef veel romans en novellen en was in 1933 gedebuteerd met de roman Ambtenaren. Van Theo van der Wal verscheen bij Stols de roman Jacht op het noodlot (1939).

69 Hoornik was op 14 augustus 1934 te Dierdorf (Duitsland) in het huwelijk getreden met Elisabet (Liesel) Theodore Nussbaum. Zij kregen drie dochters: Marianne Ingrid (28 mei 1935) en de tweeling Eva Maria en Erika Mario (23 december 1937).