daarvan hemelschbreed verscheiden, en behoort misschien tot dat genre, hetwelk de Engelschen zeer gelukkig beoefenen, en narrative poetry heeten. Van dit punt uitgaande, zal ik mij wel bij niemand, die den titel van Kunstrichter verdient, en met de uitheemsche Letterkunde grondig bekend is, behoeven te verdedigen voor het romantische, hetwelk mijn gedicht, uit den aart der zake, aankleeft; noch verplicht zijn hem de redenen te ontwikkelen, waarom ik Magdalena Moons en Francisco de Valdez, (buitendien twee zuiver historische personaadjen,) in een schilderachtiger daglicht plaatste, dan dat, waarin wij beiden op de oude portretten vinden afgebeeld. Zoodra ik, overeenkomstig met de geschiedenis gebruik maakte van den invloed van de Nederlandsche jonkvrouw op den Spaanschen bevelhebber, moest die maagd, volgens de regelen van den goeden smaak eene schoonheid, en de Spanjaard een ridderlijke held wezen. Voor 't overige heb ik getracht getrouw te zijn in het voorstellen der charakters, en aan het costuum der tijden, en daarbij gepoogd, om de hoofdvereischte van elk verhaal, de eenheid ook in deze beknopte