Kracht in swakheit(1696)–Henrica van Hoolwerff– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 13] [p. 13] Opdracht en Bericht aan Des juffers na-bestaande Bloedverwanten en vordere Goede Vrienden. DIt Geschrift wordt opgedragen Aan des Juffers naaste Magen, En de vord're Vrienden t'zaam, Haar ten hoogsten aangenaam; Die haer steeds zijn by gebleven, Hebben raad en troost gegeven, Aengesproken in de noodt; Zelfs, wanneer ze schier ter doodt, En ten Grave scheen genadert. Dies Sy wil 't van Haar doorbladert Werd', en in geen' handen raakt, Dan daar Sy 't voor heeft gemaakt. 't Zijn Gebeden, Tranen, Zuchten, 't Zijn Dank-zeggingen, de vruchten Van Haar Bedd' en Leger-stee, Dat ze dikwils swemmen dee Gantsche dagen, gantsche nachten; Dan, van bang en naare klachten, Dan, van bly en zoet gepeys, Hoopend op de laatste Reys, Kan ze nu door dees' Gedichten Ymand Troosten, Leeren, Stichten, Daar van komt alleen de Eer Aen dien Grooten Opper-Heer; Die Haar telkens 't oore wekte, Tot een Onderwijzer strekte, En is merk'lijk met sijn Geest Vaardig over Haar geweest; [pagina 14] [p. 14] Die Haar 't herte vroeg en spaade Heeft Gesterkt door sijn Genaade; En sijn Goddelijke Kracht In Haar swakheit heeft volbracht. Doet hier mede dan uw voordeel, Leest het met een gunstig oordeel, En met zulk een Vrienden hert, Als het u geschonken werdt. Vorige Volgende