De juichende kinderschaar. Liederen voor christelijke scholen, zondagsscholen, enz.(ca. 1880)–Adolf Jacob Hoogenbirk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende 51. Achter Zon en Maan. Harmonie van J. Visser. 1. Als wij 't oog naar bo - ven slaan, Blik - ken wij het 1. zon - licht aan! Wat al warm-te, licht en le - ven 2. Soms is 't lucht-ruim hel - der blauw! Wat daar - ach - ter 2. we - zen zou? Wou de duif ons vleu - g'len lee - nen, 3. 's A-vonds ziet de zil - v'ren maan Ons zoo vrien-d'lijk 3. La - chend aan! En hoe flik - kert meen' - ge ster - re. 4. Heer! Wees naar die heer- lijk - heid On - ze Gids, die 4. vei - lig leidt. Leer ons vroeg U die - nen, vree - zen! [pagina 66] [p. 66] 1. Kan die lie - ve zon toch ge - ven! Je - zus, Zon des 1. Heils! ver - spreid In ons hart Uw heer - lijk - heid! 2. O, dan vlo - gen wij daar he - nen! Ze - ker ach - ter 2. 't blau - we kleed Is de plaats, die He - mel heet! 3. Wen-ken - de ons toe van ver - re! Wat zal 'tach - ter 3. zulk gor- dijn Toch een heer - lijk lust - oord zijn! 4. Laat ons eeu - wig bij U we - zen! Heer, die 'tlicht van 4. zon en maan Voor Uw glans doet on - der - gaan! Vorige Volgende