De juichende kinderschaar. Liederen voor christelijke scholen, zondagsscholen, enz.(ca. 1880)–Adolf Jacob Hoogenbirk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende 48. Jezus, de Goede Herder. Harmonie van J. Visser. 1. Dat ik Je - zus toe - be - hoor, Dank - baar is mijn 1. hart er voor, 't Is mijn zie - le vreugd en le - ven; 2. Door Zijn zach - ten staf ge - leid, Smaak ik rust en 2. za - lig - heid, Hoop ik op der Heem' - len vreug - de; 3. Ja, mijn blijd-schap is't en roem, Dat ik Je - zus 3. Her - der noem, Een der Zij - nen mij mag we - ten; [pagina 62] [p. 62] 1. Mij heeft Hij Zijn Naam ge - ge - ven, Mij Zijn hei - lig 1. bloed ten pand Van mijn komst in 't Va - der - land. 2. Wat mij ooit voor - heen ver - heug - de Is, bij 't heil-goed 2. nu ge - kend, Gees - tes - kwel - ling en el - lend. 3. Kon U, Heer! Mijn hart ver - ge - ten, Ster - ker dan mijn 3. hart zijt Gij, Gij, die woont en heerscht in mij. Vorige Volgende