De juichende kinderschaar. Liederen voor christelijke scholen, zondagsscholen, enz.
(ca. 1880)–Adolf Jacob Hoogenbirk– Auteursrechtvrij
[pagina 24]
| |
1. won - der - baar! 't Is een Pel - grim, vreemd en vorst' - lijk,
1. Als op aar - de nooit ver-scheen. O, ont - sluit voor
1. Hem uw har - te, O, zend Hem niet wei - grend heen.
2. vreemd voor - waar. Maar de deur is toe - ge - slo - ten,
2. Door de dis - t'len dicht be - groeid, En de gren - d'len
2. on - be - weeg-lijk Door het klim - op vast ge - boeid.
3. o, 'tis waar! De door-boor - de hand blijft klop - pen,
3. En in 't wreed ge - kroond ge - laat Stra-len d'oo-gen,
3. zacht en tee - der. Van uw Heer, die wach - tend staat.
Uit ‘de Liederen van Sankey’
|
|