De juichende kinderschaar. Liederen voor christelijke scholen, zondagsscholen, enz.(ca. 1880)–Adolf Jacob Hoogenbirk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 23] [p. 23] 18. De beste Vriend. Met opgewektheid. 1. Hoe heb ik U van noo-de, Heer Je - zus, 't één en al, 1. Voor mij, ge - doemd ten doo - de In die - pen zon-den - val. D.S. Hoe - ve - len tot U ko - men, Uw bloed maakt al-len rein. 1. Bij U zijn le - vens-stroo-men, Bij U de heilsfon - tein; 2. Hoe heb ik U van noo-de, Heer Je - zus, op mijn pad. 2. Gij leidt als vre - de - bo-de, Mij naar Gods vre-de - stad. D.S. Ik ken er en - kel vre - de, In U van doods-angst vrij. 2. Gaat gij maar met mij me - de, Hoe bang de weg dan zij. 3. Hoe heb ik U van noo-de, Heer Je - zus, le - vens - zon, 3. Die voor mij, boo - ze en snoo-de, De kroon des le-vens won. D.S. Uw lief - de in 't of - fer prij-zen, Aan 't kruis voor ons ge - schied. 3. O! op hoe blij - de wij - zen, Zal voor uw troon ons lied Vorige Volgende