Proza-bewerkingen van het leven van Alexander den Groote in het Middelnederlandsch
(1898)–S.S. Hoogstra– Auteursrecht onbekend
Regelnummers proza verbergen
| |
Darius woerde voir sijnre doot.
| |
[pagina 90]
| |
15geweest. Ende hy deden eerlic ter eerden nader coninge van 16Persen zede. Orogius scrijft, dat inden drien striden die AlexanderGa naar voetnoot16. 17op Darium wan, doot bleven VCM man. Justinus scrijft, dataant.Ga naar voetnoot17 en 18.Ga naar voetnoot17. 18Alexander deylen dede den volcke, dat mit hem was XIIIMaant. 19talenten gouts. Ende aldus coemt die blijsscap na die pijn. Ende 20hy dede voeren optie sterke stede Exbatanis CM ende XCMGa naar voetnoot20. 21talenten gouts. Van desen scat maecte hy heer Permenionum, 22eenen stouten man. Alexander wan al Darius lant binnen den 23sesten jair, nadat hy begonste te regneren. Hier nam trijck van 24Persen eynde, dat gestaen hadde twee hondert jaer ende XXXI,Ga naar voetnoot24. 25van Cyrus tide, die yerst coninc van Pertsen was. |
|