Inleiding.
WIe anders als gy, ô Hemelsche Zanggodin, zal my dit vertoog van de Schilderkonst helpen eyndigen? Die den Hemel aen ons in een spiegel vertoont, en uw wit tafereel gereet hebt, als of gy zelf woud schilderen. Vertel ons, op hoe menigerley wijze de konst zich wel verkleed heeft; en hoe veelerley slach van Schildery zy ter werelt bracht, dan zult gy ons, ten troost, uwe belooningen voorstellen, en, met een minlijk toeknikken, de starren om uw hooft doen tintelen.