Zedezangen en stigtelyke liederen(1708)–Jan van Hoogstraten– Auteursrechtvrij Vorige Volgende XL. Gezang, Aen Isis. Wijze, Sta beekje, sta. 1 Zoekt gy uw rust ô ISIS, daar de jeugt, op zang belust, Te blind al de ydele aards vermaken kust? Ey! bedwing uw hart! Eer 't schijnvermaak uwe ziel in haar netten wart, En oorzaak word van naberouw, en smart. 2 Op aard is niet Dat ons vermaak, of ware vreugde bied: Al schijnt het ons te troosten in verdriet. 'T is maar voor een tijd, [pagina 61] [p. 61] Indien 'er al ietwes is, dat ons hier verblijd, En nimmer waard, daarom te zijn benijt. 3 Gelijk gy ziet, Dat, waar de voorspoed iemand weelde bied, De bitse Nijt hem strax op zijde schiet. En dit roost hem 't goed, Dat eerst hem te volgen scheen uit zijn overvloed. Dus leeft hy steeds in een ontrust gemoed. 4 Maar waar zig 't oog En hart te wenden komt na 's hemels boog, Ontfangt men ware vreugde van om hoog. 'T allerhoogste goed Bestaat in een stil ongeveinst, en gerust gemoed, Dat van alle aardse weelde ons walgen doet. 5 Zoekt gy dan rust ô ISIS! die op zang, en spel belust Om, dat vermaak, ook de aards vermaken kust? Paar uw stem en toon Tot lof van God, die ons ziet uit zijn hoogen troon, Gy erft eerlang de ziel rust, tot uw loon. 6 Wilt gy dat spoor Met my betreden ISIS? dat 's u voor. Geef aan myn luyt, ik geef aan uw stem gehoor. Zoo geraken wy, In des alderhoogstens lof, hier gerust, en bly, Wat leed ons druk, van aardse boejen vry. Vorige Volgende