Zedezangen en stigtelyke liederen(1708)–Jan van Hoogstraten– Auteursrechtvrij Vorige Volgende XXXV. Lykzang. Ter Uitvaert van J.V.H. Oud 5 Maanden. 5 November. 1688. Op de wijze, van den 30sten Psalm. Het Kind aen de Ouders. 1 Wat schreyt ge dus uw oogen uit En volgt mijn lyk met droef geluit Terwijl mijn zieltje boven zweeft, En onder Cherubyntjes leeft, Daar 't van ten Hemel ingedragen Zig vind van 't aardse Juk ontslagen! [pagina 51] [p. 51] 2 Geen tranen ligten druk of rouw Wanneer ons hart de dootse kouw Omvangen heeft, en al het bloed Gestremt in zijnen snellen vloed. Elk moet zig willig overgeven, Gods wil is niet te wederstreven. 3 Zoo kan 't gekerm nog droef misbaar In 't worstlen van het dootsgevaar Den mens niet redden, daar hy leyt Gevelt, en wagt op de Eewigheyt. Men ziet, om tranen, of gebeden Geen zielen weer te rugge treden. 4 Maar treft mijn onverwagte dood Meest moeders hart, die van haar schoot My ziet ontydig weggerukt, Nu God mijn levens bloempje plukt. Zy trooste haar met die gedagten Dat haar mijn lot me staat te wagten. 5 En vader, die met poëzy Mijn geest wouw queken, zette vry Al zijne droefheit aan een kant: Nadien myn scheepje, bly gelant En rijk gelaan, geen onweervlagen Van 's werrelts stormen hoeft te dragen. 6 Wy hooren hier zijn snaar, en stem [pagina 52] [p. 52] In 't hemelse Jerusalem En wensen dat hy, wel vernoegt, Zijn zugten by Gods wetten voegt. Al kon hy Orfeus lier braveren, Hy deed my nimmer wederkeeren. 7 'T is waar, de band van liefde is teer. En, waar ze breekt, zy doet ons zeer. Gelijk geen boom van zijnen tak Zal scheyden zonder zugt, of krak. Gelijk geen telg is af te scheuren Of stam, en wortel schijnt te treuren. 8 Aldus gebroken uit uw oog Op Englewiekjes naar om hoog Gevoert, zie ik u, op mijn lijk Uw smarte uitdrukken met een blijk Van liefde, en innerlijk ontfarmen. Daar 't word gedrukt in moeders armen. 9 Laat los: uw droefheit houd geen maat. Wat kust ge een romp die strax vergaat. Wanneer de ziel, dat duur juweel, Haar aan den grafworm laat ten deel. Als schijn ik u te vroeg verloren. 'K ben niet gestorven, maar herboren. [pagina 53] [p. 53] Toezang. Air. Soli Deo Gloria. 1 'T zy wy klagen, 't zy wy treuren Of verblijt zijn af, en aan: Wat beneden zon en maan Om mag gaan Tot ons lief of leed gebeuren: Hoe het lot dray heen, of weer: 'T zy wy zingen, 't zy wy treuren, 'T zy wy staan, of vallen neer, Gode zy alleenig de eer. Vorige Volgende