Gedichten. Deel 1
(1899)–P.C. Hooft– Auteursrecht onbekendSang.Wijse: Amarilli mia bella, etc.Kraft met smeeckende geluyenGa naar voetnoot+Ga naar voetnoot1)
Deed Thirsis, om tot een kus te becooren,Ga naar voetnoot2)
Sijn Amaril bevrooren.
Die vatte niet wat dat het moght bedujen.
5[regelnummer]
Heden komtse (welcke bujen!)
Sonder hem blijer
Oogh of aenschijn te jonnen,
Aengeronnen,
En kust de vrijer.
10[regelnummer]
Thirsis met een hart vol klachten
Sat op sijn cranck geluck deerlijck te maelenGa naar voetnoot11)
Diep in gedachten,
Wanneer sijn mondt vernam de malsse kraelen.Ga naar voetnoot13)
Hij verschoot; en sey wat quaelenGa naar voetnoot14)
15[regelnummer]
Volghen mij staedigh?
'T zij Amaril ghij róósten,
Of komt tróósten,
Altijdt moorddaedigh!
|
|