Gedichten. Deel 1
(1899)–P.C. Hooft– Auteursrecht onbekend
[pagina 66]
| |
Deuntien.Op de wijze: Si c'est pour mon pucellage, etc.Als Jan Sybrech sou belesenGa naar voetnoot+
En haer sprack van Liefden an,
Seyse, jae, maer Janneman
Soud het reyne Liefde wezen
5[regelnummer]
Die ghij mij geeft te verstaen,
Reine Liefd can niet vergaen.
Reine Liefd van d' alderreinste
Zeide' hij, Sybrech bolle mejt,Ga naar voetnoot8)
Wel, zej sij, dats goedt bescheitGa naar voetnoot9)
10[regelnummer]
T hijlijck is op 't alderheinste,Ga naar voetnoot10)
Jan jck wilt met u bestaen,
Reine Liefd can niet vergaen.
Vijftich builen in twee slagen
Smeet hem laest de boze feex
15[regelnummer]
Met een wackre sleutelreex:Ga naar voetnoot15)
Als hij doe begon te clagen,Ga naar voetnoot16)
Seyse, Jan wat gaet u aen,Ga naar voetnoot17)
Reine Liefd can niet vergaen.
Sij heeft een sweep ontboon wt Polen,
20[regelnummer]
Diese bij haer cammen hangt.Ga naar voetnoot20)
Als haer dan een lust bevangt,
Seit ze Jan licht op u zolen,
Hippelt luchtich onbelaen,Ga naar voetnoot23)
Reine Liefd can niet vergaen.
25[regelnummer]
Jan bestont sijn wijf te vraegen
Was het u al reyne Lieft,
Sybrech sede Jaet, ontdieft,Ga naar voetnoot27)
Daerom moet ghij mij verdraegen
Als jck lust heb wat te slaen,
30[regelnummer]
Reine Liefd can niet vergaen.
Wel verdraecht dan oock mijn smijten,Ga naar voetnoot31)
Seide Jan, en stelden doe
Oock een bos met sleutels toe.
En als zij begon te crijten,
35[regelnummer]
Creet hij weer daer tegen aen,
Reine Liefd can niet vergaen.
| |
[pagina 67]
| |
Wildij reine Liefd doen duiren?
Voechter Reine Liefde bij,
Want de Liefde aen eene zij
40[regelnummer]
Can in corte tijt verzuiren,
Hangtse beide zijden aen
Reine Liefd can niet vergaen.
21 Novembre 1607.
Alcina.
|
|