Gedichten. Deel 1
(1899)–P.C. Hooft– Auteursrecht onbekendSonnet.Wat storrem heeft u jonst (mijn Leven) wtgeblasen?Ga naar voetnoot+
Daer jck in duchtens poel door u afwesen treur,
Stelt brief en bood van u, mij hoop op hoop te leur
Gedachten swaer mij 's daechs, en droomen 's nachts verbasen.Ga naar voetnoot4)
5[regelnummer]
Wanneer het gift des slaeps mijn leden door gaet grasenGa naar voetnoot5)
Soo dunckt mij dat jck coom waeren voorbij u deur,
Die smijtmen mij voor 't hooft, in steed' uws aenschijns beurGa naar voetnoot7)
Jck traenen menichvout, en huyle door de glaesen.
Maer d' eijcken deure wreet erbarmde' haer in mijn leijt,
10[regelnummer]
En t harde slot ontsprong door mededogentheitGa naar voetnoot10)
Eer sij wierden beweecht die tot mijn lijden stemmen.Ga naar voetnoot11)
Die Leyden gaf sijn naem, voorseijden mijn verdriet,
En 't leyde Leyden heeft sijn naem van leitsluy niet,Ga naar voetnoot13)
Maer van de leyden die mijn leider hart beclemmen.Ga naar voetnoot14)
Satd. 11/1606/4 Leiden.
Electra.
|
|