Gedichten. Deel 1
(1899)–P.C. Hooft– Auteursrecht onbekend[Alsaligende Liefd stroyt u alderbesinste]Liedt op de wijse: Esprits qui souspirez, etc.Alsaligende Liefd stroyt u alderbesinsteGa naar voetnoot+Ga naar voetnoot1)
Rijckdoomen, danck, lof, jonst, in mijnes hartsen brandtGa naar voetnoot2)
Dat jck de schoonheit, dien 'k niet can voldoen, ten minsten
Vernoege met de reuck van sulcken offerandt.
5[regelnummer]
De Goetheit die 't al roert met wonderwijs beledenGa naar voetnoot5)
In een gemeten plaets mij 't ongemeten meldt,Ga naar voetnoot6)
Die Goetheit, wijsheit, macht, beknopt in aertsche cleden
'T oneindelijck mij voor eijndelijcke' oogen stelt.
| |
[pagina 39]
| |
De schoonheit die jck vyer, welck alles wt te rechtenGa naar voetnoot9)
10[regelnummer]
Vermach op mij, sint jck haer ooch aenschouwen dorst,
Dien nestelt grijs vernuft onder haer blonde vlechten,Ga naar voetnoot11)
En eedel heusheit licht door haer yvooren borst.Ga naar voetnoot12)
Dewijl u heusheit treckt, en wijsheit raetsaem aenleijdtGa naar voetnoot13)
Daer heen jck door u macht, Godin, gedwongen drijf
15[regelnummer]
Soo wije jck u voortaen mijn siel tot onderdaenheit
Geneichtheit tot u wil, en tot u dienst mijn lijf.Ga naar voetnoot16)
M.B.S.
|
|